Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En nu, laat uw handen sterk zijn, en zijt [15]dapper, [16]dewijl uw heer Saul gestorven is; en ook hebben mij [17]die van het huis van Juda tot [18]koning over zich gezalfd. 15. Hebreeuws, tot kinderen, of zonen der dapperheid, of kloekheid. Zie onder, hfdst.3 vs.34. 16. Hij wil zeggen: Geeft den moed niet verloren, al is het dat uw heer en koning dood is. 17. Hebreeuws, het huis van Juda hebben, enz. 18. Zodat ik boven de gewilligheid de macht heb om u in voorvallende zwarigheid te hulp te komen. Alhoewel David van Gods raad verzekerd was, gebruikt hij niettemin deze geoorloofde middelen om met weldoen de harten der Israelieten te gewinnen, en de uitkomst met vertrouwen en geduld te verwachten.